2015-03-19

Vijfenvijftig

Na het ontbijt verkast naar een goedkopere stek; Nederlandstalig of niet, er is een budget. Na daar ingecheckt te zijn, en enig opruimwerk op een paar mailboxen (de eerste stek in weken waar dat kon) de stad in gelopen.
Je ziet DSB en denkt "gefaalde man met grootheidswaanzin", maar nee, dit was een lokaal merk met een ietwat ongelukkige afkorting (voor Nederlanders). Daarna een fort gevonden evenals de volgende voormalige gouverneurswoning .
Ook deze stad bevat aardig wat hout langs een waterkant met een zichtbare rivier, en meer bouwsels zoals een moskee naast een joodse tempel, (inclusief Simon Bolivar, er is geen ontsnappen aan de man), met niet alleen erg Nederlandse gebouwen, maar ook met Nederlandse opschriften.
Er zijn ook wat rivieren, die uitmonden in zee, en met een weg redelijk dicht bij de kust, moet je soms daar dus over heen; na de pontonbrug net ten oosten van New Amsterdam, en het rijkswaterstaat model in West Suriname, is dit een redelijke bestemming voor de ontwikkelingshulp .
Dan kom je een oude routewijzer tegen , en het bewijs dat de Chinezen ook hier thuis zijn .
Na de nacht in een hangmat te hebben door gebracht, de bus naar Brokopondo genomen; gaan er niet zo veel van. Na enig rijden (én veel stoppen bij eetgelegenheden en zo) word je uiteindelijk afgezet bij het logeergebouw, en kun je de omgeving gaan bekijken.
De omgeving blinkt niet uit qua culinaire gaven. Twee Chinese supermarkten met voedsel, maar enige verwarring later had ik een goedkope oplossing die ik zelf kan klaar maken.
De volgende dag mij via een pad langs de Suriname rivier en de weg naar de stuwdam en centrale naar het Brokopondo meer begeven. Stevige wandeling met alvan erg zonnig tot druppels. Bij de terugweg kwam ik in de andere kern van deze plek een verkoopster van maaltijden tegen; lunch was redelijk geprijsd. Na de siësta en de regen van de middag ook het strand bezocht. Je mag er alleen niet zwemmen.
De volgende dag voor dag en dauw opgestaan, en me aan de straatkant opgesteld, in afwachting van de enige bus van de dag. Door wat verwarring stond ik daar iets te vroeg, maar waren er ook meer bussen naar Paramaribo. Daar werd ik belaagd door aanbieders van reizen naar Albina; wijs geworden, eerst langs het busstation gelopen. Daar hadden ze een nog betere aanbieding, met als enige nadeel het tijdstip. Geloof niet dat de concurrentie daar blij mee was; "de bussen mogen vandaag niet rijden". Maar uiteindelijk vertrokken we wel, en over de brug naar het oosten van het land.
Geloof niet dat de lokale hotelboeren door hebben wat ze wel en niet kunnen vragen; uiteindelijk geland in een collectie hangmatten op eigen risico... Daarna een roti gescoord, en bij de terugweg ook de boten gefotografeerd die veel gebruikt worden voor het grens verkeer.
De volgende morgen na het ontwaken en inpakken me bij de douane vervoegd om het land legaal te verlaten, een supermarkt bezocht voor een ontbijt, en na enig onderhandelen over prijzen van de overtocht en hoeveel ik wilde wisselen, me met euro's laten overzetten .
In Frans Guyana, voordat ik zelfs maar legaal het land in was, kreeg ik al een idee hoe duur het kon worden; we rekenen wel erg veel voor de lokale bus naar de plek waar je heen wilt.
Na het stempeltje dus maar gaan liften; uiteindelijk binnen 6 uur met 4 liften en iets van 15 a 20 km wandelen toch de 205 km weten af te leggen. In die tijd ook een interne controle post gepasseerd, en wat bruggen. De regen hier valt min of meer hevig gedurende een paar minuten, maar daarna is het weer droog. In Kourou kwam ik een totempaal tegen , en erg duur onderdak. De goedkoopste plek zou gevaarlijk zijn, maar heeft meer last van de wind.

2015-03-11

Vierenvijftig

Na een nachtje slapen op een echt bed, of in ieder geval de onderste helft van een stapelbed, en een redelijk goed ontbijt, maar eens gaan lopen. Bij het paleis
begon het al te druppelen. Verder gegaan, ik wilde geld wisselen, maar Peruaanse nieuwe soles zijn hier net zo populair als Taiwanese nieuwe dollars dat waren in Japan.
Op weg naar de terminal kwam ik een bekende naam tegen . De regen, en mijn lust om de terminal te halen hielden aan. Ik had begrepen dat er drie nachtbussen waren, maar bij de terminal aangekomen bleek dat een kleine onderschatting te zijn; 4 a 5 bedrijven, die aan het stunten waren. 't leverde in ieder geval een redelijke prijs (voor dit "paradijs") op, en een indicatie van 780km over de weg en 12 uur reizen voor hemelsbreed 660km.
Ergens rond de evenaar hield de federale politie een controle. Ze vonden een Colombiaan zonder papieren, maar die hoefde pas de volgende morgen ingeleverd te worden... In Boa Vista aangekomen, bleek enerzijds de planmatige opzet van de plaats, en anderzijds de hoge hotelprijzen; van schrik maar op de volgende bus naar Bonfim en de grens gestapt. Overigens is het gebied geen regenwoud, zoals rond Manaus, maar meer savanne.
Ook deze grens was makkelijk te passeren; éne land uit laten stempelen, met een brug de rivier over , en het andere land in komen, een stempel verwerven, en verder hobbelen. 't is alleen wel een duur land; munt gekoppeld aan de dollar, maar een route over land naar de rest van de beschaving, dan vliegt het geld snel.
Na een nachtje in een relatief goedkope plek, met wasgelegenheid, de volgende dag op zoek naar een bus naar de noordzijde gegaan. Tegen de tijd dat die eindelijk vertrekt... de route (van beide kanten) werkt met een vertrek om 19:00, paar uur rijden door een nogal donker en nat landschap over een min of meer gebaand pad, en dan stoppen voor het dichte hek van een park, waar je dan een hangmat kan huren, en een paar uur slapen. De volgende morgen kun je dan door het park met voldoende bomen naar de rivier , met stroomversnelling , om dan met de eerste boot over te steken.
Een ontbijt en een controle later en nog wat kilometers over toch erg slechte wegen kom je uiteindelijk toch nog ergens aan.
Die plek is meer voor de mijnbouw (bauxiet, wat aluminium bevat) en het geloof dan iets anders , alhoewel dit huis wel vervallen oogt, maar er niet onaardig uit ziet.
De volgende dag een plek in een auto naar Georgetown gevonden. De stad bevat veel hout zoals de markt en het gerechtshof . Alhoewel het vinden van geld (incluis het weer aanzetten van de kaart in een omgeving zonder veel Wi-Fi) en waar goedkope hostels ietwat schaars zijn.
Beide doelen waren verwezelijkbaar, en dat op een zondag. De volgende morgen, onder een niet zo droge hemel, de stad in gegaan. Vuurtoren, met Nederlandse origine , en wat meer houten bouwsels weten te vinden, evenals de Surinaamse ambassade voor het enige visum van deze reis. Maar het was ook veel schuilen voor de regenbuien die ook vielen.
De volgende dag, via het oudste bouwwerk en een redelijk dure auto me naar een zo mogelijk nog duurdere boot begeven. De rivier is net zo modderig als de Amazone. De boot gaat maar twee keer per dag .
Daarna kon ik eerst ruzie maken met de immigratie van Suriname; de man dacht dat ik een grapje maakte, terwijl ik echt niet wist waar in Paramaribo ik zou gaan slapen, of hoe lang ik daar wilde blijven. De lift naar de stad was wel handig, evenals de roti die ik kreeg van iemand uit Guyana.

2015-03-03

Drieënvijftig

Me de volgende dag op het vliegveld van Leticia vervoegd om legaal Colombia in te komen; of ik mij eerst legitiem uit Peru wilde begeven... Dus terug naar Santa Rosa, waar de tocht tussen politie en immigratie kon plaatsvinden. Op de terugweg ook maar wat van het drielandenpunt vast gelegd: , , en .
Daarna via de luchthaven eindelijk legaal welkom geheten . Het werd alleen erg nat en te laat die dag voor de trip terug stroomopwaarts naar Puerto Narino. De volgende dag wel op tijd, en met een snelle boot tot vlak bij Caballo Coche gekomen. De plaats ligt gedeeltelijk op een heuvel; , en een van de paden loopt via een school naar een plek waar de schooljeugd op een speciale boot kan wachten .
Terwijl de avond hier niet echt stil is; de verschillende kikkers etc zorgen voor redelijk wat lawaai, gaan de mensen redelijk snel op stok, na de film bij het gemeentehuis was het rustig.
De volgende morgen maar even vast gelegd hoe hoog het water staat ; dat is een voetbalveld, en een park met een basketbalveld, die beiden tot meer aquatische zaken uitnodigen.
Daarna een van de andere paden afgelopen; twee dorpen verder houdt het beton ook op, maar kun je wel de Amazone bewonderen . (de video's volgen nog). De zonsondergang was ook mooi .
De volgende morgen kon ik helaas niet de eerste boot terug naar Leticia nemen, maar wel de volgende. Het is verleidelijk om in dit paradijs te blijven , maar ik zou me op een moment wel dood vervelen. Gelukkig kwam de boot er ook aan , en dan kun je in reddingsvest gekleed plaats nemen. Ja, deze boten gaan snel (op de heenweg voeren we vrij vaak tegen de 50 aan, als ik die meter goed zag) maar je voelt ook elke hobbel in het water. En bij regen wordt het nog leuker; geen uitzicht of wat dan ook, het gordijn moet dicht tegen het water. Nadat we ons hadden afgemeld bij de marine (wat bij de heenweg aan het begin gebeurde) konden we weer op het vaste land lopen; kleine verademing na de krappe plekken op de boot.
Daar me eerst op het vliegveld vervoegd om het land legaal te verlaten. Toen daar een uur gewacht, niet op immigratie, maar totdat de regen op hield. En toen met een lunch en geen Colombiaans geld over de grens op zoek naar de Braziliaanse immigratie (die uiteindelijk door de federale politie gedaan werd) en een boot naar Manaus. Zelfs dat laatste lukte, maar wel tegen een hoge prijs; het vervoer hier is duur.
Nadat het gedurende de nacht veel geregend had, me de volgende morgen naar de haven gesleept. Het inschepen was een uitgebreid gebeuren; vooral vanwege alle officiële controles. Of je een boarding pas wilde halen, een bandje om je pols, je bagage wilde laten zien aan de militaire politie, en tegelijkertijd stond iemand van de marine, met twee mariniers, ook nog wat officieels te doen aan boord.
Maar je vertrekt, maar een uur te laat, en komt bij de volgende stad , en na vertrek, en een goede kom soep ziet de rivier er niet onaardig uit . Niet slecht voor een eerste van drie nachten tot Manaus.
Na in de nacht meer passagiers te hebben opgehaald in twee steden, kwam de volgende stad rond het ontbijt, maar met politie voor een extra controle; passagiers uit Manaus werden overgeslagen. Het uitzicht was niet veel anders . De andere boten zijn een beetje kleiner , en de rivier op sommige plekken wel erg breed . Na een goede lunch en een ietwat mindere avondmaaltijd was ook deze dag wel over.
Na de laatste stop gedurende de avond was het rechtstreeks naar Manaus. Passagiers voor de tussenliggende havens werden per kleinere boot afgeleverd. De maaltijden waren helaas wat minder, maar het weer was zeer warm. Tegen de avond werd ook bekend hoeveel te vroeg we zouden aankomen; ben benieuwd of dat inclusief ontbijt is. Tevens werd het schijnbaar ook tijd voor wat regen .
De volgende morgen kom je dan aan in een redelijk veranderde stad met een redelijk snelle boot .

Volgers